November
2022Inzicht
René Erven
Het is een spontane inval, maar de zon schijnt en een fietstocht van Eindhoven naar Geldrop is met dit weer geen straf. Ik ben nieuwsgierig naar de vier terrasflats die architectenbureau INBO begin jaren zeventig voor de Geldropse wijk Coevering ontwierp.
Na een tochtje van 30 minuten verschijnt in de verte plots een van de vier terrasflats aan de horizon. Deze is omgeven door een zee van groen en steekt af tegen de stralend blauwe lucht. Gekleurde luifels deinen langzaam op en neer in de zomerse wind en geven het geheel een levendige uitstraling. Even later sta ik voor de flat en vraag aan een man die net zijn vuilnis in de ondergrondse container werpt: ‘Woont u hier?’ Met een glimlach kijkt hij me aan en zegt trots: ‘Ja!’
Nee, Wout heeft er niet vanaf het begin gewoond, maar wel al zo’n 23 jaar. En met veel plezier. Het was destijds een uitkomst waar hij wel een poos op had moeten wachten, vertelt hij spontaan. Hij woont er met zijn inmiddels 50-jarige dochter. Zij zit in een rolstoel, en daarom wilde Wout per se een appartement dat gelijkvloers is. ‘Want dit is een flat met heel bijzondere plattegronden, compleet anders dan die daar: die appartementen zijn allemaal hetzelfde!’, en hij wijst naar een galerijflat iets verderop.
Meer groen, meer ontmoeting, meer ruimte
De terrasflat is nu zo’n vijftig jaar oud. Destijds inderdaad een noviteit waar flink over is geschreven. Nadat in de wederopbouwjaren was ingezet op het ‘bouwen, bouwen, bouwen’ van voornamelijk rijtjeswoningen en flats, groeit halverwege de jaren zestig de onvrede over deze aanpak. Door de woningbouw industrieel aan te pakken kon er weliswaar snel en veel worden gebouwd, maar er kwam ook steeds meer kritiek op de monotonie en de gelijkvormigheid van deze ‘saaie’ wederopbouwwijken.
Een nieuwe generatie jongvolwassenen diende zich aan en zij wilden iets anders. Meer groen, meer ontmoeting en meer ruimte voor spelende kinderen en vooral ook andere woningen voor mensen die niet in rijtjeshuizen wilden wonen. Het moest toch mogelijk zijn om met de inzet van industriële bouwtechnieken ook gestapelde woningen te maken die aan deze uitgangspunten voldeden.
Eind jaren zestig gaat INBO aan de slag met dat uitgangspunt. Het architectenbureau was speciaal opgericht om op basis van industriële bouwmethoden woningen te ontwerpen, vandaar de naam INBO: INdustrieel BOuwen. In Geldrop, destijds een snelgroeiende gemeente onder de rook van Eindhoven, krijgt het bureau de kans om te experimenteren met de variatiemogelijkheden die industriële bouwmethoden bieden. De rijksoverheid stimuleerde deze ontwikkeling financieel via het programma Experimentele Woningbouw (1968-1980). In samenwerking met de gemeente maakte INBO voor het gebied Coevering-West een plan met eengezins- en drive-inwoningen, galerijen portiekflats én deze innovatieve flats met terraswoningen.
In totaal zijn er in de wijk vier van deze terrasflats gebouwd: twee voor de woningbouwcorporatie en twee voor een belegger. Opmerkelijk is de variëteit aan woningen: met zowel maisonnettes als gelijkvloerse woningen van enkele of dubbele breedte.
De doorsnedetekening hieronder laat de ruimtelijke opbouw goed zien. De balkons vormen feitelijk ‘buitenkamers’, zoals ze ooit in de planbrochure werden genoemd: terrassen met de ‘ongekende diepte van drie meter’. De buitenkamers zijn trapsgewijs geplaatst, waardoor ze volop zonlicht ontvangen. Bovendien hebben de flats ruime galerijen en collectieve binnenruimtes.
Al hun hele leven in de flat
Via een olifantenpaadje wandel ik door het groen naar de ‘terraskant’ van de flat. Bij een voortuintje raak ik in gesprek met bewoner Jacob. ‘Drie jaar woon ik hier nu en ik heb er geen dag spijt van’, vertelt hij met een glimlach. Eerst woonde hij in een grote eengezinswoning, maar nadat zijn kinderen het huis uit waren kreeg zijn vrouw een herseninfarct: ‘Traplopen zat er voor haar niet meer in, en ja wat moet je dan met zo’n groot huis’. Nu woont hij er met zijn vrouw ideaal, gelijkvloers en met een prachtig uitzicht op de groene omgeving.
In de verte hoor ik kinderen zingen. Ze buigen over de balustrade en kijken nieuwsgierig naar beneden. Ik vraag of ze ook in de flat wonen. ‘Ja’, roepen ze in koor, ‘al ons hele leven.’ Ze blijken allebei twaalf zomers jong en vinden het een ideale plek. Ze spelen graag in de gangen en open ruimtes en het is dicht bij school.
Nooit meer verhuizen
Bij de parkeerplekken zie ik een ouder stel dat net boodschappen uit hun auto pakt: ‘We wonen al sinds juli 1978 in de flat. Kom maar even mee’, stellen Rien en Tineke gastvrij voor. Samen lopen we naar de entree van de flat. Naast de lift wijst Tineke naar rechts: ‘zelfs de burgemeester heeft hier aan deze gang gewoond.’ Dat was in 1974 net na oplevering van de flat.
Nu maakt de bewoonster zich af en toe zorgen over de ‘nieuwere’ flatbewoners. Zij nemen het soms niet zo nauw met hun woonomgeving: ‘Ze komen en gaan niet alleen snel, ze zijn ook niet altijd even netjes in de gangen’. Aan de muren van de corridor hangen foto’s van flatbewoners, een grote kaart van Noord-Brabant, en er staat een biljarttafel in een van de gemeenschappelijke ruimtes. Binnen krijg ik van Rien en Tineke koffie en een rondleiding aangeboden. Via de wenteltrap gaan we naar de diepe woonkamer en het balkon. Inderdaad, dit is een heuse ‘buitenkamer’ met fraai
zicht op de groene omgeving en in de verte de kenmerkende koepel van de Geldropse Brigidakerk. ‘We hebben veel aanspraak hier in de flat’, vertelt Rien enthousiast. Samen met een aantal bewoners speelt hij bijvoorbeeld biljart. Aan verhuizen denken ze niet. Zelfs als traplopen ooit een probleem wordt: ‘dan komt er gewoon een traplift!’
De jaren 70-wijk de Coevering is in zijn geheel door INBO ontworpen, zowel de 4 terrasflats langs het riviertje de Kleine Dommel als de achterliggende woningen.
De terrasflats zijn met de zogenaamde S200 ontwerpsystematiek uitgewerkt. Dit was een door INBO ontwikkeld systeem, waarmee gebouwen konden worden ontworpen met uiteenlopende woningplattegronden en verkeersruimten (galerijen, corridors, portieken) binnen één structuur.
René Erven werkt als architectuurjournalist en is coördinator/programmaker van Architectuurcentrum Eindhoven.
Met dank aan de bewoners Wout, Jacob, Rien en Tineke én architect Marcel Barzilay die onderzoek deed naar de woningen die met de regeling Experimentele Woningbouw in de periode 1968-1980 zijn gebouwd.
Verwant
- Hof van NassauZelfstandig naar de superLees meer
- Samen wonen in een Knarrenhof Hier wil ik oud wordenLees meer
Naar het overzicht
>
We use cookies to personalise content and ads, to provide social media features and to analyse our traffic. We also share information about your use of our site with our social media, advertising and analytics partners. View more
Accept